Christophe Busch opent het Facts to Act Festival 2025 met een indringende reflectie over democratisch verval en vernieuwing. Ontdek waarom gedeelde werkelijkheid essentieel is voor een toekomstbestendige democratie.
Er was eens …
Er was eens een oude stad die zichzelf een reusachtige spiegel schonk. Elke ochtend kwamen de inwoners samen op het marktplein aan die reusachtige spiegel. Niet om te protesteren of te consumeren, maar om te kijken — om samen te zien. Die spiegel werd hun trots: geen versiering of een frivoliteit, maar een belofte. Zolang ze samen keken, zolang ze samen oordeelden, bleven ze vrij.
Jarenlang werkte dat. De mensen keken, spraken, twijfelden. Ze herkenden zichzelf in de ander, en de ander in zichzelf.
Tot iemand op een dag zei: “Waarom zou ik nog naar die grote spiegel gaan? Ik maak er zelf eentje. Voor thuis. Voor mij alleen.” En zo begon het langzaam. Eerst een kleine spiegel, toen honderd, toen duizenden. Elk huis kreeg zijn eigen waarheid, zijn eigen spiegeling, zijn eigen gelijk. De grote spiegel op het plein verdonkerde. Hij werd dof. De stad bleef echter functioneren — de klok liep, de markt draaide, de verkiezingen kwamen op tijd, de onderhandelingen duurden lang— maar stap voor stap herkenden de mensen elkaar niet meer. Zo begon het verval. Niet door geweld, maar door onverschilligheid. Niet door haat, maar door het verlies van een gedeelde wereld. Een verlies van het gedeelde begrijpen. Een ontspiegeling.
Zo begon het verval. Niet door geweld, maar door onverschilligheid. Niet door haat, maar door het verlies van een gedeelde wereld.
Die spiegel is natuurlijk maar een beeld. Maar het zegt iets wezenlijks over onze tijd. De spiegel op het plein, dat is de publieke ruimte. De plek waar mensen samen naar de wereld kijken, waar ze spreken, oordelen, en zo iets gemeenschappelijks scheppen. Hannah Arendt noemde dat “de wereld tussen ons in.” Denk maar aan haar befaamde tafel. Niet wat van mij is of van jou, maar wat tussen ons ligt — wat ons bindt, wat ons scheidt — juist omdat we er verschillend naar kijken.

En wanneer iedereen zijn eigen spiegel maakt, dan bedoel ik dat letterlijk: we leven in een tijd waarin ieder zijn eigen werkelijkheid bouwt, gevoed door algoritmes, door bubbels, door de eindeloze bevestiging van wat we al dachten. Iedereen heeft zijn waarheid, zijn “overtuiging”, zijn “gevoel dat klopt”. Feiten worden vloeibaar, expertise verdacht en nuance een luxe. Echter, we leren onszelf kennen via de blik van anderen. Maar wat gebeurt er als die ander verdwijnt achter filters en algoritmen? Als we alleen nog spiegels zien die ons eigen gelijk reflecteren? Dan wordt democratie een verzameling van particuliere werkelijkheden — een optelsom zonder wereld ertussenin. En dat precies bedoelde Hannah Arendt toen ze schreef dat waarheidsverval geen intellectuele fout is, maar een morele ramp. Want zodra feiten optioneel worden, kan macht elke vorm aannemen. En waar waarheid- en oordeelsvermogen verdwijnt, kan vrijheid niet overleven.
Hannah Arendt schreef dat waarheidsverval geen intellectuele fout is, maar een morele ramp. Want zodra feiten optioneel worden, kan macht elke vorm aannemen. En waar waarheid- en oordeelsvermogen verdwijnt, kan vrijheid niet overleven.
Dat is wat we onder democratisch verval kunnen verstaan: niet enkel de crisis van instellingen, maar het afbrokkelen van ons vermogen om samen te begrijpen, samen te oordelen. We verwarren tegenstand met vijandschap, debat met strijd, nuance met zwakte. En intussen zakt het publieke vertrouwen verder weg — alsof democratie een systeem is dat zichzelf wel redt, zolang we maar mopperen vanop afstand.
Intussen zakt het publieke vertrouwen verder weg — alsof democratie een systeem is dat zichzelf wel redt, zolang we maar mopperen vanop afstand.
En ja, ook de intellectuelen — wij — dragen schuld. Julien Benda sprak over het verraad van de intellectuelen (les Clercs):
zij die beter weten, maar zwijgen;
zij die denken, maar niet durven spreken;
zij die de waarheid verruild hebben voor comfort, status of macht.
Het ergste verraad is niet dat de elite te machtig is,
maar dat ze haar morele moed heeft verloren: de moed om te spreken als het ongemakkelijk wordt.

Misschien beleven we geen ondergang, maar een overgang — een democratie die haar oude huid afwerpt en zoekt naar nieuwe manieren om vrijheid vorm te geven.
En toch — voor u met een depressie naar huis gaat — er is ook iets hoopvols in dit moment. Terwijl oude vormen wankelen, ontstaan er nieuwe: burgerfora, lokale experimenten, digitale ruimtes waar burgers opnieuw proberen betekenis te geven aan het samen kijken, samen beslissen. Misschien beleven we geen ondergang, maar een overgang — een democratie die haar oude huid afwerpt en zoekt naar nieuwe manieren om vrijheid vorm te geven. En dat is waar het vanavond om gaat; niet om de vraag hoe we de democratie redden, maar hoe we haar opnieuw van ons maken? Wat willen we behouden, wat durven we loslaten? Hoe verdedigen we waarheid zonder dogma’s, en pluraliteit zonder relativisme? Vanavond brengen we stemmen samen die niet noodzakelijke hetzelfde denken, maar wel dezelfde zorg delen: de zorg om de wereld die we samen bewonen. Amor mundi! Zij zullen met ons spreken over het verval, maar vooral over de vernieuwing. Over het denken als politieke daad, over het spreken als morele keuze. En misschien, wie weet, is dat al een begin.
Want zoals Hannah Arendt het zei: “Het begin — dat is altijd en overal opnieuw mogelijk.” Laten we vanavond beginnen. De democratie is dood, lang leve de democratie!