Als echte possibilist geloofde Caroline Pauwels dat wetenschap concrete oplossingen kan bieden voor complexe maatschappelijke uitdagingen. Vanuit haar talent voor verwondering en verbinding gaf ze gestalte – of nataliteit – aan een project in de tussenruimte van wetenschap en praktijk: het Hannah Arendt Instituut.
Het begrip nataliteit past bijzonder goed bij het Hannah Arendt Instituut. Niet alleen omdat het Hannah Arendt Instituut net begint en de toekomst dus nog helemaal open ligt. Maar ook omdat het begrip zo wonderwel past bij de missie en de opdracht van het instituut: samen, in pluraliteit, werkbare oplossingen zoeken voor de maatschappelijke uitdagingen die zich in een stedelijke context stellen. Mensen kunnen het verschil maken. Het is en moet de ambitie van het Hannah Arendt Instituut zijn om dat zelf ook te doen.
Haar hoop, engagement en inspiratie haalde ze onder meer uit de inzichten en werken van Hannah Arendt.
Toen destijds een naam moest worden gekozen voor het toen nog in oprichting zijnde instituut, kwamen we niet toevallig of willekeurig uit bij de figuur van Hannah Arendt. Ik steek niet weg dat ik zelf die naam erg genegen was. Al van toen ik studeerde vormt Arendt een inspiratiebron. Misschien in eerste instantie omdat je toen, in de canon waarop het filosofie-onderwijs was gebaseerd, ook niet zoveel vrouwelijke filosofen tegenkwam. Maar veel belangrijker en directer, omdat ze als filosofe onderwerpen behandelde die toen – en nu nog veel meer – brandend actueel waren.
Als kind kon je als de beste
keien op water laten opspringen,
wat je verblijdde waren de kringen,
uit het niets ontstane tekens van verbinding.
dat jij kringen maakte, cirkels, dingen
in beweging bracht, mensen
herinnerde aan de kwetsbaren,
wetenschap aan de kracht van aarzeling,
geen meester van het universum
wilde jij maar haar leerling zijn,
dienstbaar: als de wereld niet te redden
valt kunnen we haar wel veranderen,
en of je dat deed, met keien werpen
ben je nooit opgehouden,
in naaste vijvers en verre zeeën,
die kringen voelen we nog steeds,
we lezen je of horen je, denken aan je
eensklaps, en een klei springt op
in ons hart, een rimpel dijt uit,
strijkt langs, een lach, een vraag:
hoe brengen we jou hulde,
een kei
door elke dag op te staan,
hoe klein ook uit te werpen,
met meer verwondering dan angst,
zie je haar,
het leven aan te gaan,
de kring die daar ontstaat.
Als je vocht, dan was het om ons
met elkaar te blijven verbinden,
als je ergens om streed dan heet
het bovenal liefde,
doordrongen van het voorlopige
geloofde je in het eeuwige
opnieuw beginnen:
als een kring,
ronduit te zijn,
als een kind, steeds
verwonderd te blijven,
met zachte lieve ogen
beter naar de wereld te kijken.
Gedicht voor Caroline Pauwels,
door Yousra Benfquih
In 2020 nodigden we Caroline Pauwels en Herman Van Goethem uit voor een gesprek. Als rectoren van beide stichtende universiteiten deelden ze hun kijk op de missie van het Hannah Arendt Instituut. Tijdens dat gesprek had Caroline het over waar ze de energie haalde om blijvend aan de slag te gaan met complexe vraagstukken.