De Armeense genocide vond plaats in het begin van de 20e eeuw. Tot nu is de geschiedenis echter voer voor discussie. Meer nog, de historische feiten over de massamoord worden nog steeds niet door iedereen erkend. De ontkenning van de genocide wordt vandaag bewust gebruikt als polarisatiemiddel. Onlangs belandden er bijvoorbeeld pamfletten vol geschiedkundige desinformatie in de brievenbussen van de Mechelaars.
Wat zijn de historische feiten over de Armeense genocide? Waarom duikt de desinformatie steeds weer op? En hoe komt het dat de pamfletten gelijktijdig in verschillende Europese steden werden verspreid?
In dit online event geven we antwoorden op deze en andere vragen. Ook de deelnemers konden vragen stellen. Bekijk de webinar hieronder.
Een genocide eindigt nooit
Blogartikel door Herman Siebens, PhD. Onafhankelijk onderzoeker en vrijwilliger Hannah Arendt Instituut.
Wellicht tekent geen enkele gebeurtenis dan een genocide een volk en land zo diep. Er is immers geen ingrijpender vorm van agressie denkbaar dan de radicale poging om een volk haar grond, haar cultuur, religie en taal, en uiteindelijk ook haar bestaan zèlf te ontnemen. Elke genocide kenmerkt zich door een blinde haat, steunend op een emotionele weerzin tegenover ‘anderen’. Dat wortelt in een emotioneel sterk en gekleurd verhaal. Het is een collectieve en structurele vorm van extreem geweld, dat plots ontploft. Ze verklaart een totale, nietsontziende oorlog aan een volk, waarbij in de meest extreme vorm een ‘definitieve oplossing’ wordt opgelegd aan een vaak historisch lang gegroeide conflictsituatie. Ultiem wil men daarbij de identiteit en de existentie van de ‘andere’ in het niets oplossen.
Vaak zijn de wonden aan beide zijden diep en helen ze niet. Het leidt ertoe dat (de nakomelingen van) de daders herhaalde beschuldigingen van de zijde van de nakomelingen van de slachtoffers pareren met blijvende ontkenningen. Ieder heeft zijn verhaal en zijn argumenten, ieder zijn visie en overtuiging. Maar ook de achterliggende ideologische geschillen, die de ware oorzaak zijn van de genocide, scherpen aan. Beide partijen graven zich steeds dieper in de eigen ideologische loopgraven in. In het algemeen wortelt de genocide in overtrokken nationalistische gevoelens, denken in termen van grootnaties, superioriteitsdenken en denken in termen van een homogene bevolking. Ze wakkert deze op haar beurt ook aan. De dynamiek van de polarisering leidt tot alsmaar scherpere vijandbeelden. Die dynamiek van tegengestelde identiteiten is vooral gevoelsmatig en weinig tot niet voor enige rede, argumentatie of argumentatieve dialoog vatbaar. Zo zet de strijd van de daders tegen de (nakomelingen van de) slachtoffers en het verzet van die laatsten zich generaties lang onverminderd door.
Eeuwenoude spanningen tussen christenen en islamieten liggen aan de basis van een oude Armeense kwestie, die uiteindelijk in het begin van de 20ste eeuw (1915), vlak voor en tijdens de Eerste Wereldoorlog, explodeerde in een deportatie en uitmoording (kunstmatige hongersnood, massa-executies, onteigeningen, gedwongen assimilatie, verkrachtingen, dodenmarsen, vernielingen enzovoort) van de Armeense bevolking die voor een meerderheid van wetenschappers het etiket ‘genocide’ verdient. Het was wellicht de eerste ‘moderne’ genocide, voorbeeld voor de Shoah jaren later. Ongeveer 1.2 miljoen Armeniërs vonden de dood onder een radicaal Turks politiek beleid dat streefde naar een homogeen groot Turks rijk. Zij die vandaag nog steeds de absolute macht in een absoluut homogeen rijk nastreven, houden dan ook hardnekkig vast aan de totale ontkenning van de genocide. Zèlf de nasleep van een geschiedenis van eeuwen, sleept deze gebeurtenis zich sindsdien nog steeds verder in de onverzoenlijkheid en de spanningen tussen de landen Armenië (christelijk, gelieerd met Rusland) en Azerbeidjan (Islamitisch, gelieerd met Turkije) over de autonome enclave Nagorno-Karabach (met 75 % Armeense bevolking temidden een Islamitische staat).
De schermutselingen en oorlogsperikelen in het gebied tussen Zwarte en Kaspische Zee deinen sinds 1915 uit in de hele wereld naar waar Armeniërs wonen, zoals in Mechelen. Ook daar blijven extremisten de ideologische strijd voeden over wat honderd jaar geleden is gebeurd (of niet, volgens hen). Een genocide van honderd jaar geleden is zo een wapen in een hedendaagse politiek-culturele strijd. Betrokkenen loochenen en verdraaien feiten, ontkennen de genocide en starten een semantische discussie over de term. Veralgemeningen en karakteriseringen drijven het wij-zij-denken (polarisering) eens temeer op. Groepsdruk neemt toe en gemeenschappen/bevolkingsgroepen komen steeds weer en op heel andere locaties terug tegenover elkaar te staan. Bedreigingen en geweld verraden het spanningsveld tussen beide. Zo verwordt een historische genocide een wapen in een hedendaagse strijd pro/contra pan-nationalistische, racistische en fascistische (autoritaire en totalitaire) ideeën over een homogene grootstaat.
Genocides blijven hun schaduw uit het verleden werpen, over de nakomelingen en volksgenoten van de slachtoffers. En over die van de daders, want voor hen is het vaak psychisch onmogelijk om de zware morele schuld en schaamte te dragen en het proces te doorlopen naar erkenning, verontschuldigingen en ‘Wiedergutmachung’. Aan beide zijden woekert de revanche. Een genocide eindigt kennelijk nooit … tot het moment wellicht waarop de daders de innerlijke kracht vinden ze voor zichzelf en voor de nakomelingen van de slachtoffers te erkennen? Tot beide zijden erin slagen de grens over te steken naar elkaar en weer samen aan een gezamenlijke toekomst te bouwen. Schuldbesef en boete … en vergeving.
Maar hoe sterker de meningen verdeeld zijn en hoe meer de conflicterende partijen feiten relativeren, herinterpreteren of ontkennen, des te meer doen de feiten ertoe. Want enkel facts en figures kunnen de discussie beslechten. Correct, onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek is dus een belangrijk onderdeel van de therapie. Recent is het statuut van feiten echter in het gedrang gebracht door het uitdrukkelijk promoten van ‘fake news’, ‘alternative facts’ en ‘facts-free opinions’. Daarmee lijkt het plots toegelaten en probleemloos om feiten te ontkennen of verdraaien. Waar normaliter feiten onze kennis, inzichten, opinies en visies vormen en schragen, bepalen persoonlijke inzichten, opinies en visies plots de waarde van feiten. Nuchtere feiten, onderbouwd met bewijsmateriaal, worden verdacht gemaakt; persoonlijke opinies worden naar voor gebracht als wetenschappelijke waarheden. Deze omkering is typerend voor ideologisch denken.
En dus zal de therapie zich ook op dit ziektebeeld moeten richten. Burgers, en zeker jongeren, moeten leren hoe ideologisch denken, de dynamiek van het polariserend wij-zij-denken, provocaties, nationalisme, streven naar homogeniteit en denken in termen van autoritair leiderschap (facisme) … te herkennen. Burgers wapenen tegen bewegingen die de ander simplistisch brandmerken enkel omdat hij anders is, kan wantrouwen, haat en conflict in een samenleving temperen. Dat vraagt dan wel om een open en kritische geest aan beide zijden en de steun van goede bruggenbouwers.
—————-
Meer weten? Hierbij geven we wat meer uitleg bij enkele elementen die het verhaal van de Armeense genocide en de ontkenning ervan verduidelijken.
Armenië
Als een van de oudste landen ter wereld gaat de geschiedenis van Armenië terug tot zowat 1500 BC. Het was afwisselend onafhankelijk en bezet. In de 19de eeuw spreidde het oorspronkelijke woongebied van de Armeniërs zich uit over Turkije en Rusland. Het deel van het Ottomaanse rijk werd in 1915 doel van een genocide die het leven kostte aan zowat 1.2 miljoen Armeniërs (zie ‘Armeense genocide’). Na de Eerste Wereldoorlog werd Armenië deel van de Russische Federatie. In 1990 verklaarde het land zich weer onafhankelijk. Politiek is het land wel nog steeds sterk afhankelijk van Rusland.
Het huidige gebied situeert zich tussen Zwarte en Kaspische Zee, aan de westelijke zijde. Het grenst ten zuiden aan Turkije. De totale bevolking bedraagt iets meer dan 3 miljoen. Naast Armeniërs (98 %) wonen er ook nog Koerden en Russen. De moedertaal is het Armeens. Niet onbelangrijk is het feit dat de meerderheid van de bevolking christelijk is (Armeens-Apostolisch, Russisch-Orthodox, Armeens-Katholiek, Protestants).
Sinds 2001 is Armenië lid van de Raad van Europa. Hoewel het een democratie heet te zijn, bestaat wel wat kritiek op het democratisch gehalte.
Armeense genocide
Het deel van het vroegere Armenië dat onder Ottomaans (Osmaans) bewind stond, werd in 1915 voorwerp van een genocide. De bevolking werd onteigend, gedeporteerd, massaal vermoord, uitgehongerd, verkracht … Het kostte het leven van zowat 1.2 miljoen mensen (schattingen tussen 600000 en 1.5 miljoen). De directe aanleiding was de opeenvolgende reeks nederlagen van de Turkse staat, met de zogenaamd jonge-Turken aan de macht, in de loop van de Eerste Wereldoorlog. Gezien de vijand vooral Rusland was werden de Armeniërs beschuldigd de oorzaak te zijn van die nederlagen. Sommige Armeense onafhankelijkheidsstrijders hadden inderdaad de steun gezocht van Rusland tegen de Turkse overheersers. Volgens wetenschappelijk onderzoek moet de directe oorzaak worden gezocht bij de sterke economische macht die de Armeense bevolking in het Ottomaanse rijk had opgebouwd: de meerderheid van de handelszaken, importbedrijven, winkeliers, industriëlen, bankiers en ambachtslieden waren Armeens en dat riep naijver en wantrouwen op bij de Turkse bevolking. De revanchistische acties van het Ottomaanse regime boden zo een kans om zich de Armeense rijkdommen toe te eigenen. Tegelijk paste de Armeense genocide binnen de sterke groot-Turkische gedachte van een groot Turks rijk met een homogene Turkische en dus Islamitische bevolking.
De Armeense genocide wordt algemeen beschouwd als de eerste ‘moderne’ genocide en als voorloper van de Shoah onder het Duitse Nazi-regime. Hoewel het Ottomaanse regime de acties tegen de Armeense bevolking toegaf (gedocumenteerd), werd toch steeds geweigerd om van een genocide te spreken. Voor Turkije gaat het nog steeds om een oorlogssituatie, die zij de ‘Armeense kwestie’ noemen. Vooral de huidige groot-Turkische beweging weigert de Armeense genocide als dusdanig te erkennen. Voor de meerderheid van wetenschappers gaat het wel degelijk om een genocide (zie ‘genocide’).
Artsakh
Artsakh is de officiële naam van de Republiek Nagorno-Karabach.
Azerbeidzjan
Azerbeidjan ligt tussen de Kaspische en de Zwarte Zee, aan de oostzijde. Het land werd opgericht in 1918, in de nasleep van de Eerste Wereldoorlog (verloren door Turkije), mar in 1920 veroverd door de Sovjet-Unie. Een nieuwe onafhankelijkheid kwam er in 1991.
De spelingen van de geschiedenis hebben gemaakt dat Azerbeidjan grenst aan het gebied Nagorno-Karabach, bewoond door 75% Armeniërs (christenen). Zelf beschouwt Azerbeidjan dit gebied als deel van het eigen land, maar het gebied beschouwt zich sinds 1991 als een onafhankelijk land. De oorlog toen leidde ook tot de inname door Armenië van een corridor tussen Nagorno-Karabach en Armenië. Het terugwinnen van die corridor en het vernietigen van de onafhankelijkheid van Nagorno-Karabach was de inzet van een Azerische aanval in 2020.
Azerbeidjan kent een bevolking van zowat 9 miljoen, waarvan 92% Azeri. Hoewel godsdienstvrijheid in de grondwet staat is 93 % van de bevolking sjiitisch-islamitisch.
Het land kent een democratisch regime, maar wordt in het buitenland beschouwd als ‘deels vrij’.
Genocide
De term genocide dateert uit de Tweede Wereldoorlog. In 1948 heeft de Verenigde Naties genocide gedefinieerd als: “een van de volgende handelingen, gepleegd met de bedoeling om een nationale, etnische, godsdienstige groep, dan wel een groep, behorende tot een bepaald ras, geheel of gedeeltelijk als zodanig te vernietigen door ‘het doden van leden van de groep; het toebrengen van ernstig lichamelijk of geestelijk letsel aan leden van de groep; het opzettelijk aan de groep opleggen van levensvoorwaarden die gericht zijn op haar gehele of gedeeltelijke lichamelijke vernietiging; het nemen van maatregelen, bedoeld om geboorten binnen de groep te voorkomen en het gewelddadig overbrengen van kinderen van de groep naar een andere groep.” Of kortweg: ‘de ontzegging van het recht van bestaan van een gehele menselijke groep’. Daarmee staat het voor massamoord (maar ook voor repatriëring, achterstelling, vernietigen van cultuur en taal enzovoort) op een ongewenste bevolkingsgroep. In de praktijk is het niet steeds gemakkelijk om aan te tonen dat massamoord inderdaad steunt op de intentie van leiders of een regime om een volk systematisch uit te roeien.
Naast de Armeense genocide zijn ondermeer ook de genocides door de Duitse koloniale macht op de Herero- en de Nama-stammen in Afrika (1904-07), de Shoah (genocide op het Joodse volk door het Nazi-regime tijdens de Tweede Wereldoorlog), in Cambodja (tijdens het bewind van Pol Pot, 1975-79), in Rwanda-Burundi (1994), tijdens de val van Srebrenica tijdens de oorlog in Joegoslavië (1995), door IS in Syrië (2016) en op de Rohingya in Myanmar (2018) erkend. Ook het Stalin-regime wordt ervan verdacht in de dertiger jaren van vorige eeuw een genocide te hebben uitgevoerd in onder andere Oekraïne en Kazachstan.
Grijze Wolven
De organisatie Grijze Wolven gebruikt een oude mythe over een wolvin als symbool voor de beweging. Dit symbool wordt ook met de hand uitgebeeld (duim tegen midden- en ringvinger, opgeheven pink en wijsvinger).
De beweging ontstond in 1969 als jongerengroepering van de Nationalistische Bewegingspartij. Zowel de partij als de groepering Grijze Wolven staat voor een sterk extreem-rechts, nationalistisch denken, dat Turken en de Turkse cultuur superieur acht. De klemtoon ligt dan ook op patriotisme en gezagsgetrouwheid, Islam, de groot-Turkse gedachte en een homogene bevolking (racisme). Daarmee zet ze het gedachtengoed van de zogenaamde jonge-Turken in de Eerste Wereldoorlog verder. (De jonge-Turken zette de oude Ottomaanse leiders af bij het begin van de Eerste Wereldoorlog (1913) en startte een totalitair regime dat aansloot bij Duitsland en Italië. Het regime ging echter ten gronde door de nederlagen in de Eerste Wereldoorlog.)
Op heel wat plaatsen blijkt de beweging betrokken te zijn bij criminele activiteiten, tot aanslagen en moorden toe.
Nagorno-Karabach
Het gebied Nagorno-Karabach (officieel Artsakh) ligt tussen de gebieden Armenië en Azerbeidjan. Reeds vanaf de onafhankelijkheid van Armenië en Azerbeidjan en zeker vanaf de afkondiging van de onafhankelijkheid door Nagorno-Karabach in 1991 leeft er spanning over dit gebied, wat af en toe tot een open conflict en oorlog leidt (zie ‘Nagorno-Karabach, conflict 2020’). Sinds 1994 onderhandelen Armenië en Azerbeidjan over vrede en een regeling voor Nagorno-Karabach, maar tot op heden zonder definitief resultaat.
Dat komt omdat het gebied tegen (actueel in) het land Azerbeidjan ligt, maar wel voor een meerderheid (75%) een Armeense bevolking kent. Daarmee staat het gebied voor een conflict tussen christelijke Armeense bevolking in het gebied Nagorno-Karabach en een islamitische bevolking in Azerbeidjan. Bovendien steunt de eerste op Armenië en Rusland, terwijl de laatste aanleunt bij Turkije.
Nagorno-Karabach, conflict 2020
Ook in 2020 laaide gevechten op rondom Nagorno-Karabach. Ze waren een reactie op de voorafgaande verovering (1988-1994) van een corridor vanuit Armenië naar Nagorno-Karabach, ten koste van grondgebied van Azerbeidjan. Met de steun van Turkije heroverde Azerbeidjan grote gebieden op Armenië.
Een veroordeling van Azerbeidjan door de Verenigde Naties had geen effect. Rusland – president Poetin – wist beide landen aan de tafel te krijgen en een voorlopig staakt-het-vuren te bereiken. Russische soldaten werden gelegerd als vredesleger aan de oorlogsgrens.
Osmaanse (Ottmaanse) Rijk / Turkije
Van 1299 tot 1922 bestond een groot Ottomaans (Osmaans) rijk dat Turkije omvatte, maar ook delen van Europa (zoals Griekenland en de Balkanlanden), Azië (zoals Armenië, Azerbeidjan, Syrië en Afghanistan) en Noord-Afrika (tot en met Marokko). In de 15de tot 17de eeuw was het zonder twijfel een wereldmacht. Het vormde dan ook een bedreiging voor Europa. Zo stonden de troepen van het Ottomaanse rijk in 1529 zelfs voor de poorten van Wenen (dat niet werd ingenomen).
Vanaf de 17de eeuw kende het rijk een stagnatie en uiteindelijk een crisis. Die leidde tot plaatselijke autonome heersers, onafhankelijkheidsbewegingen en afscheidingen. Tegen de Eerste Wereldoorlog was het rijk dusdanig ingekrompen, verbrokkeld en verzwakt dat het geen vuist meer kon maken tegen de alliantie van Frankrijk, Engeland en Rusland. Dat leidde tot een interne machtsovername door de jonge-Turken, wat in feit een dictatuur was. Het verval en de onmacht als rijk in de oorlog is de context waarbinnen het nieuwe regime de als zondebok de schuld voor de verliezen in de oorlog gaf, wat leidde tot de Armeense genocide in 1915.
Na de Eerste Wereldoorlog verloor het verliezende Turkije nog meer grondgebied (Verdrag van Sèvres, 1920). In 1922 hield het Ottomaanse rijk definitief op te bestaan. Dat ging gepaard met een Grieks-Turkse onafhankelijkheidsoorlog, waarin de nationalisten onder leiding van Atatürk een centrale rol speelden. Vanaf dan kent Turkije haar hedendaagse grenzen en is het een republiek.